“Familiegeheimen” is een boek geschreven door Astrid Holleeder en het vervolg op haar eerdere boeken “Judas” en “Dagboek van een getuige“.
Het boek beschrijft hoe Astrid Holleeder omgaat met haar eigen veiligheid, nadat zij als kroongetuige tegen haar broer heeft opgetreden en daarmee haar eigen leven op het spel heeft gezet. Ze beschrijft hoe ze in een safehouse moet leven en hoe haar leven voorgoed is veranderd. Dit door haar rol als kroongetuige tegen haar broer Willem Holleeder.
Een leven waarin Astrid Holleeder het heft in eigen hand neemt, en kiest voor de liefde en niet voor de haat. In Familiegeheimen vertelt Astrid Holleeder openhartig en meeslepend over het leven dat zij en de andere leden van de familie – moeder Stien, dochter Miljuschka, zus Sonja en haar kinderen Richie en Francis – leiden, voor en tijdens het proces tegen Willem Holleeder. Maar vooral is er ruimte om na te denken over een leven daarna.
Hoe neem je afscheid van een gezinslid? Hoe leef je met gevoelens van schuld, angst en verraad. En hoe verhoud je je in een nieuwe gezinsformatie tot elkaar en tot de buitenwereld, en hoe kijk je naar de toekomst?
In gesprekken met haar therapeute geeft Astrid Holleeder volledige openheid over haar diepste zielenroerselen. Zo zijn we getuige van de hernieuwde band met haar dochter Miljuschka. Hier schreef ze nog niet eerder over.
‘Wat ga je nu doen?’ ‘Even naar Mil. Ik moet haar een vraag stellen, die ik haar nog niet heb durven stellen. En dan kan ik verder met mijn leven.’